Het gebit van konijnen verschilt van dat van honden en katten (en mensen) door het altijd doorgroeien van de tanden en kiezen, waarbij de wortelpunt open blijft. Door het kauwen op vooral hooi moet het gebit even hard slijten als dat het aangroeid. Dan is er een evenwicht bereikt. Te veel konijnen worden echter niet correct gevoerd. Het geven van grote hoeveelheden brok of konijnenmix zorgt ervoor dat het konijn te weinig ruwvoer (hoi, gras) opneemt met een onvoldoende slijtage van het gebit tot gevolg. De regel is: dagelijks maximaal twee eetlepels brok of mix en verder alleen maar hooi en/of gras. Bij onvoldoende slijtage kunnen zo haken op de kiezen ontstaan. Deze scherpe punten kunnen het wangslijmvlies beschadigen, waardoor ontstekingen (abcessen) gevormd worden. Dit is erg pijnlijk, zodat het konijn niet meer wil eten. Omdat het darmstelsel van een konijn continu van voedsel moet worden voorzien ontstaat zo een dodelijke vergiftiging (entero-toxinemie). Door beschadiging van kiezen kunnen ook abcessen rond de wortelpunt ontstaan. Deze kaakabcessen zijn vaak moeilijk te genezen.
De behandeling van kieshaken bestaat uit een volledig (röntgen)-onderzoek onder narcose en het verwijderen van de haken. Soms moet hierbij ook een kies getrokken worden.
Copyright werkgroep voor veterinaire tandheelkunde 2023